Het inzetten van rupsdumpers was lang ongebruikelijk in de Benelux, waar graafmachines, kippertrucks en tractoren met aanhangkipper als regel voor het zware werk worden ingezet. Maar de tijden zijn veranderd. Mede dankzij de lage gronddruk, de compacte afmetingen en de enorme wendbaarheid in moeilijk begaanbaar terrein is de vraag naar rupsdumpers al jaren groeiend.
We duiken even in de geschiedenis. De in 1971 ontwikkelde YFW500D was de combinatie van twee producten: een bestaande laadbak en het onderstel van een combine (maaidorsmachine) op rubberen rups. Door het succes van deze innovatieve eersteling op minder draagkrachtige ondergronden kwam er al gauw een fabrieksmatige opvolger: de YFR26D. Zijn watergekoelde driecilinder Yanmar dieselmotor zorgde er samen met de rupsen voor dat hij ondanks zijn forse laadvermogen van 3 ton met behoorlijke snelheid hellingen kon nemen. Daarmee was de toon gezet voor het vervoeren van grond, materialen … op slappe ondergronden en in geaccidenteerd terrein.
Als tussenstapje introduceerde Yanmar in 1984 de YFW35WA, een knikdumper zonder rupsen. In plaats daarvan kreeg hij speciale lagedrukbanden met een breedte van maar liefs 27 inch (700 mm) en een diameter van 38 inch (945 mm). Het was een eenmalige uitstapje, want het jaar daarop werd de YFW25R gepresenteerd, met rupsen, een omkeerbare stoel voor beter zicht en een verdubbelde rijsnelheid van 11 km/uur. Het prototype voor de moderne rupsdumper was geboren.
Die moderne rupsdumpers hebben uiteraard sterke en schone motoren, zijn gemakkelijk te bedienen, met desgewenst een cabine, goede zitplaats en dito zicht. Ze hebben de elektronica omarmd en zijn er in allerlei maten en uitvoeringen. De huidige Yanmar-range voor Europa bestaat uit een zevental rupsdumpers, van de C08-Power/Hi Tip met 800 kg laadvermogen tot de C50R-5A met 3800 kg laadvermogen.