- Nieuws
- Grondverzet
- Transport & Off-road
- Sloop & Recycling
- Heien & Funderen
- Verticaal Transport
- Beton
JCB werd op 23 oktober 1945 opgericht door wijlen Joseph Cyril Bamford in een kleine garagebox in het marktstadje Uttoxeter in Staffordshire, Engeland. Het was op dezelfde dag dat zijn zoon Anthony, nu Lord Bamford, werd geboren en de heer Bamford merkte op: “het krijgen van een zoon verscherpt de geest. Als je onderaan begint, kan je maar één kant op en dat is naar boven.”
Aan de basis voor de groei die zou volgen, lag de vervaardiging van een agrarische kiepaanhangwagen, gemaakt van schroot uit de oorlogstijd, die vandaag de dag in de showroom van JCB’s hoofdkantoor pronkt.
Die aanhangwagen werd gemaakt in zijn garage en voor £45 verkocht op de markt. De oude aanhangwagen van de klant werd door Joe Bamford gerenoveerd en opnieuw verkocht voor nog eens £45, waarmee de oorspronkelijke vraagprijs van de trailer werd behaald.
In 1947 breidde het bedrijf uit en omdat de huisbazin van de heer Bamford het werken op zondag afkeurde, verhuisde hij een paar kilometer verderop naar een stallencomplex in Crakemarsh Hall, dat eigendom was van mevrouw Julia Cavendish, een overlevende van de ramp met de Titanic. JCB nam toen ook zijn allereerste fulltime werknemer in dienst, Arthur Harrison, als voorman.
In 1950 trok JCB er weer op uit. Deze keer naar de locatie van een voormalige kaasfabriek in Rocester. De locatie was een initiatief van Bill Hirst, die genoot van het feit dat zijn werkplek nu dichter bij huis was en hem zo de mogelijkheid gaf om “10 minuten extra in bed door te brengen”. Bill kwam in 1947 bij JCB in dienst als theekelner voor £1 per week. Hij klom door de rangen omhoog en werd uiteindelijk Service Director.
1953 werd een cruciaal jaar met de lancering van de eerste graaflaadcombinatie; de JCB Mk 1. Het was de eerste keer dat er een machine werd geproduceerd met een hydraulische graafinstallatie aan de achterkant en een frontlader. Deze inventiviteit werpt nog steeds zijn vruchten af: JCB heeft momenteel meer dan 600.000 graaflaadcombinaties vervaardigd op drie continenten.
1953 was ook het jaar waarin het wereldwijd bekende JCB-logo voor het eerst op een machine werd gebruikt. Uiteindelijk vijf jaar later werd het als handelsmerk geregistreerd.
Met de lancering van een reeks nieuwe graaflaadcombinaties bij de aanvang van de jaren zestig, was duidelijk dat deze machines een revolutie teweegbrachten in de bouwsector. De productiviteit verhoogde en de afhankelijkheid van mankracht verminderde.
Toen het nieuwe decennium aanbrak, maakte het bedrijf ook gebruik van nieuwe tools om business te genereren en het merk te promoten.
In 1961 werd JCB Aviation opgericht en maakte het allereerste vliegtuig van het bedrijf, een tweemotorige De Havilland Dove, zijn opwachting. Klanten uit Europa konden nu in één dag heen en terug vliegen voor een fabrieksbezoek. JCB Aviation is ouder dan de meeste huidige luchtvaartmaatschappijen.
Het was in 1962 dat de JCB “Dancing Diggers” voor het eerst een buiging maakten. De allereerste buitenlandse dochteronderneming van JCB in Ulestraten, Nederland werd geopend en een jaar later werd de JCB 3C-graaflaadcombinatie, een erkende designklassieker, gelanceerd.
Het succes van het bedrijf was zo groot dat werknemers in 1964, door een omzetstijging van 60% tot £8 miljoen, een bonus van £250.000 deelden. Het nieuws haalde de landelijke krantenkoppen en de uitbetalingen waren zo groot dat sommige werknemers met de ontvangen bonus hun eerste huis konden kopen.
Mr. JCB zei toen: “Ik geef jullie dit geld omdat ik wil dat jullie delen in het succes van het bedrijf dat jullie mee hebben gemaakt.” In datzelfde jaar exporteerde JCB ook zijn allereerste machine naar de VS: een JCB 4C-graaflaadcombinatie.
In 1969 produceerde JCB een recordaantal van 4.500 machines en exporteerde in tussentijd meer dan de helft daarvan. Als erkenning voor dit succes ontving het bedrijf dat jaar zijn allereerste Queen’s Award – de eerste van 27 dergelijke onderscheidingen. Eveneens in dat jaar werd Joe Bamford commandant van het Britse rijk (CBE) ter ere van de exportprestaties van het bedrijf.
Begin 1970 breidde JCB haar activiteiten in de VS uit en richtte een basis op in Whitemarsh, Baltimore om de enorme groeimogelijkheden die Noord-Amerika bood, te benutten.
Tussen 1971 en 1973 verdubbelde de omzet tot £40 miljoen. In 1975 ging Mr. JCB met pensioen en werd de fakkel overgedragen aan zijn zoon Anthony met de afscheidsboodschap: “Anthony staat voor de zware taak om JCB door de volgende decennia naar een nieuwe eeuw te leiden. Dit is een veeleisende taak, maar hij is er goed voor opgeleid en wordt ondersteund door een zeer sterk team, van in de fabriek tot aan het management. Er bestaat geen limiet aan successen.”
En zo brak een nieuw tijdperk aan. Eentje waarin zowel de productiefaciliteiten alsook productreeksen enorm zouden worden uitgebreid.
1972 gaf het startschot met de opening van JCB France. In 1977 zag de Loadall vèrreiker het daglicht, een machine die een revolutie teweegbracht in de manier waarop ladingen zowel op bouwplaatsen als op boerderijen werden gehanteerd. De vèrreiker groeide uit tot één van de meest succesvolle producten in de geschiedenis van JCB.
1977 markeerde ook het begin van een aantal spraakmakende bezoeken aan JCB door leden van de Britse Koninklijke familie. Als eerste toerde ZKH de Prins van Wales door de fabriek van Rocester.
Een jaar later werd nog een mijlpaal bereikt: de bouw van de tweede fabriek van JCB in het VK, JCB Transmissions in Wrexham.
De beslissing om in 1979 in India te gaan produceren luidde een periode van wereldwijde expansie in. Tegenwoordig heeft JCB fabrieken in New Delhi, Pune en Jaipur en is India JCB’s grootste markt na het VK.
Productinnovatie bleef de spil binnen het bedrijf en in 1985 werd de 3CX Sitemaster-graaflaadcombinatie gelanceerd, die later de meest verkochte graaflaadcombinatie van JCB zou worden. In dat jaar vierde JCB eveneens de productie van zijn 100.000ste graaflaadcombinatie.
1986 staat dan weer in het teken van liefdadigheidswerk toen JCB de liefdadigheidsinstelling voor kinderen, de NSPCC, als dé liefdadigheidsinstelling van het bedrijf nomineerde. Carole Bamford, nu Lady Bamford, gaf de aanzet tot het opzetten van een NSPCC-fondsenwervingscommissie.
Tot op heden hebben JCB en zijn medewerkers miljoenen ponden ingezameld voor de instelling.
In 1987 bezocht de eerste vrouwelijke premier van Groot-Brittannië, Margaret Thatcher, het hoofdkantoor van JCB en reed een machine van de productielijn. Een uitgelaten menigte begroette haar en een toeschouwer kuste ‘The Iron Lady’ op de wang terwijl ze door de fabriek toerde.
In 1988 werd de JCB GT gelanceerd, een graaflaadcombinatie met een topsnelheid van 160km/uur en een fantastisch promotiemiddel dat overal ter wereld veel publiek trok.
In 1990 verruimde JCB zijn horizon met de lancering van de JCB Fastrac – ’s werelds eerste echte rondom geveerde hogesnelheidstractor. De ontwikkeling ervan kostte £12 miljoen en veroverde de wereld van de landbouw als een storm. Het was ook in dat jaar dat Anthony Bamford door HM The Queen werd geridderd en Sir Anthony Bamford werd, een eer die “de inspanningen van het hele JCB-team erkennen”, zo zei hij. Om dat te vieren kregen JCB-medewerkers destijds een extra vakantiedag.
De productontwikkelingen gingen onverminderd door met de lancering van de 2CX-graaflaadcombinatie in 1990, drie jaar later gevolgd door de kleinere 1CX.
In 1994 werd een roos naar Joseph Cyril Bamford vernoemd. De gele roos genaamd ‘Mr JCB’ werd onthuld in aanwezigheid van HM The Queen op de Chelsea Flower Show.
Een jaar later vierde JCB zijn 50-jarig jubileum. HM The Queen bracht een bezoek aan het hoofdkwartier, waar ze een replica onthulde van de Uttoxeter-garage waar de heer Bamford al die jaren geleden zijn bedrijf was begonnen.
Toekomstige premier van Labour Tony Blair kwam op bezoek in 1996 en hielp bij het samenstellen van een 4CX. In 1997 werd de innovatieve Teletruk-vorkheftruck – die ladingen kan heffen en over obstakels kan plaatsen – gelanceerd. In 1998 opende JCB zijn tweede fabriek in Wrexham, Wales, JCB Transmissions. Een jaar later opende JCB Earthmovers in Cheadle, Staffordshire.
In 2000 begonnen de eerste machines van de productielijn te rollen in het nieuwe Noord-Amerikaanse hoofdkantoor van JCB in Savannah, Georgia.
Op 1 maart 2001 hingen de vlaggen bij alle JCB-fabrieken over de wereld halfstok na het nieuws van de dood van de oprichter van het bedrijf, Joseph Cyril Bamford. De Britse krant Financial Times zei dat hij gezegend was met een zeldzame combinatie van ’technisch genie en marketing flair’.
In datzelfde jaar breidde JCB zijn liefdadigheidswerk uit met de oprichting van de Lady Bamford Charitable Trust in India. Een school op een paar honderd meter van de JCB-fabriek in Ballabgarh, nabij New Delhi, werd opgenomen in het fonds.
In 2004 verzamelden werknemers zich op het hoofdkantoor voor een foto ter gelegenheid van de productie van de 500.000ste machine. Het had 60 jaar geduurd om die mijlpaal te bereiken. De daaropvolgende negen jaar zouden de volgende half miljoen machines worden geproduceerd.
Het was ook het jaar waarin JCB de gedurfde stap in de motorproductie zette met de lancering van de Dieselmax-motor, vervaardigd bij JCB Power Systems in Derbyshire.
In 2005 opende JCB zijn fabriek in Pudong, China en kondigde het nieuws aan van het grootste order ooit in zijn geschiedenis, een deal van $140 miljoen om het Amerikaanse leger te voorzien van een supersnelle graaflaadcombinatie voor militaire engineeringstaken, een machine die bekend staat als de High Mobility Engineer Excavator (HMEE).
In 2006 werd Jo, de oudste zoon van Sir Anthony Bamford, directeur bij JCB, en markeerde zo de derde generatie van de familie Bamford die zo’n functie bekleedde.
Ook dat jaar zorgde JCB voor een wereldrecord met de JCB Dieselmax streamliner-auto. Aangedreven door twee JCB Dieselmax-motoren, bereikte hij snelheden van 350.092 mijl/uur (ca.563km/uur) op de Bonneville Salt Flats in de VS. Dit is het record van ’s werelds snelste dieselauto, een titel die vandaag de dag nog steeds staat. Sir Anthony Bamford voegde zich bij het team op de Salt Flats om de succesvolle uitkomst van zijn idee te vieren.
De steun van JCB aan kansarme kinderen verspreidde zich verder over de wereld met de opening van het Lady Bamford Center for Early Childhood Development in Savannah, Georgia in 2007 met als doel het onderwijs en de sociale ontwikkeling van kleuters te ondersteunen.
In dat jaar behaalde JCB de hoogste machineverkoop ooit van 72.000 stuks.
In 2008 verhuisde JCB Heavy Products – dat rups- en mobiele graafmachines produceert – naar zijn gloednieuwe fabriek aan de rand van Uttoxeter.
Dit werd in 2009 gevolgd door een investering van £40 miljoen in de fabriek van JCB in Ballabgarh, India, om ’s werelds grootste graaflaadcombinatie fabriek te worden.
In 2009 trad ZKH Prins William in de voetsporen van zijn vader 32 jaar geleden toen hij het hoofdkantoor van het bedrijf bezocht en met de medewerkers de productie van de 750.000ste machine vierde.
Een nationaal tekort aan ingenieurs inspireerde Lord Bamford om in 2010 de JCB Academy in Rocester, Staffordshire op te richten om zo de ingenieurs en bedrijfsleiders van de toekomst op te leiden. De faciliteit is een doorslaand succes geweest met bijna 1.000 studenten.
JCB kondigde ook een project van $40 miljoen aan voor de ontwikkeling van een gloednieuwe reeks schrankladers en compacte rupsladers die in het Noord-Amerikaanse hoofdkantoor zouden worden geproduceerd.
Met het oog op de toekomst vierde JCB ook zijn erfgoed met de opening van ‘The Story of JCB’ in 2011, een permanente tentoonstelling die de groei van JCB en de wortels van de familie Bamford in de industrie markeert. Deze gaan bijna 200 jaar terug toen ze begonnen als smid in Uttoxeter, om daarna in 1871 Bamfords Ltd. , fabrikant van landbouwmachines, in de stad op te richten.
In 2012 breidde de wereldwijde productie zich uit naar Brazilië en de Britse premier David Cameron opende officieel de nieuwe fabriek van £63 miljoen in de staat Sao Paulo.
Dat jaar vierde JCB ook het binnenhalen van een order van £60 miljoen voor meer dan 1.000 graaflaadcombinaties van de Braziliaanse regering.
Toen de 68ste verjaardag naderde van JCB, in 2013, onthulde een nieuw onafhankelijk economisch rapport dat het bedrijf 24.000 mensen in het VK aan een job had geholpen en £545 miljoen bijdroeg aan de Britse schatkist. In hetzelfde jaar kwamen honderden medewerkers aan het hoofdkantoor bij elkaar voor het maken van een foto ter gelegenheid van de productie van de één miljoenste JCB-machine.
Het was ook een memorabel jaar voor de voorzitter van JCB, Sir Anthony Bamford, die destijds Lord Bamford werd, nadat hij door premier David Cameron was uitgenodigd om een conservatieve collega in het House of Lords te zijn – wat leidde tot honderden felicitaties van over de hele wereld.
In 2014 overhandigde Lady Bamford een cheque van £2 miljoen aan HRH The Countess of Wessex voor de NSPCC na een marathon over het hele bedrijf. Werknemers haalden £1 miljoen op en het bedrag werd verdubbeld door Lord Bamford. In Jaipur, India, startte de productie in JCB’s nieuwe fabriekscomplex van £62 miljoen en er werden plannen aangekondigd voor een nieuw hoofdkantoor van £20 miljoen voor JCB Duitsland in Keulen.
In 2015 vierde JCB zijn 70-jarig jubileum en introduceerde de gloednieuwe 3CX Compacte graaflaadcombinatie, een machine die 35 procent kleiner is dan zijn grotere broer en ontworpen is om te werken op steeds kleiner en drukker wordende bouwplaatsen.
2016 was een jaar van mijlpalen toen het bedrijf de productie van de 200.000ste Loadall vèrreiker vierde. JCB deed er bijna 30 jaar over om de eerste 100.000 vérreikers te verkopen, maar het duurde minder dan 10 jaar om de daaropvolgende 100.000 verkocht te krijgen – een bewijs van het groeiende belang van het product en de kracht van JCB in deze sector.
Tegenwoordig is JCB ’s werelds grootste producent van vèrreikers. Eveneens in dat jaar markeerde JCB de productie van zijn 100.000ste minigraafmachine en vierde het de 25ste verjaardag van de revolutionaire Fastrac-tractor.
In 2016 werd de nieuwe JCB Hydradig ook internationaal geprezen.
2017 was evenzeer een legendarisch jaar en dat op twee fronten: de lancering van een nieuwe reeks JCB-hoogwerkers, na een periode van twee jaar geheime ontwikkeling. JCB betrad voor het eerst een markt met een waarde van $8 miljard per jaar. In dat jaar vierde het bedrijf ook de 40ste verjaardag van de Loadall. Later dat jaar markeerde JCB de productie van zijn 500.000ste motor.
2018 blijft zeker niet achter met de onthulling van de allereerste volledig elektrische graafmachine van JCB. De 19C-1E elektrische minigraafmachine is ontwikkeld als antwoord op de vraag van klanten naar een emissievrije machine die binnenshuis en dicht bij mensen in stedelijke gebieden kan werken. Eenmaal volledig opgeladen, is hij klaar om een volledige normale werkdag op de bouwplaats te draaien.
Het jaar zag ook de lancering van de enorm succesvolle X-serie-reeks van rupsgraafmachines en de start van de productie van dumpers op het wereldhoofdkantoor in Rocester.
JCB kondigde ook een investering van £50 miljoen aan in een nieuwe fabriek voor de productie van cabines in Uttoxeter.
In 2019 ging de nieuwe elektrische minigraafmachine in volle productie bij JCB Compact Products in Cheadle, Staffordshire, en werden de eerste 50 bestellingen aan klanten geleverd.
2019 kende ook vele records. In juni vestigde JCB een Guinness Wereldrecord voor de snelste tractor. Met de naam Fastrac One bereikte de tractor een snelheid van 103,6 mijl/uur (ca.167km/uur) met coureur en vrachtwagenmonteur Guy Martin in de bestuurdersstoel.
JCB begon toen aan een ambitieus plan om zijn eigen record te breken en ontwikkelde Fastrac Two, die 10% lichter en zelfs gestroomlijnder is dan zijn kleinere broer. In oktober bereikte Fastrac Two een verbazingwekkende pieksnelheid van 153.771 mijl/uur (ca.247km/uur) en een gemiddelde snelheid van 135.191 mijl/uur (ca.217km/uur) in Elvington.
Eveneens in dat jaar opende voorzitter Lord Bamford officieel een gloednieuw hoofdkantoor van £50 miljoen voor JCB Duitsland.
Toen JCB zijn 75-jarig jubileum inging, werd in januari het trieste nieuws gemeld dat Bill Hirst, de derde werknemer van het bedrijf die in 1947 werd gerekruteerd, op 86-jarige leeftijd was overleden.
In maart 2020 markeerde JCB de productie van de 750.000ste graaflaadcombinatie nog voordat de Covid-19-pandemie toesloeg. Toen de productielijnen van het bedrijf in maart werden stilgezet, richtte JCB zijn aandacht op het helpen van mensen in nood in deze ongekende tijden.
In India en het VK bereidden bedrijfskoks meer dan 200.000 maaltijden voor daklozen en andere mensen die het broodnodig hadden. Een productielijn in Staffordshire werd heropend om prototypes van speciale behuizingen voor een nieuw type beademingstoestel te produceren na een nationale oproep tot actie.
JCB heropende ook zijn innovatiecentrum op het internationale hoofdkantoor in Rocester, waar werknemers zich als vrijwilliger konden aanmelden om gezichtsschermen van medische kwaliteit te maken voor NHS-personeel met behulp van de snelle 3D-printers van het bedrijf.
Tegen de tijd dat de productielijnen in juni heropend werden, toonde JCB een voorproefje van een opwindende nieuwe ontwikkeling: de allereerste graafmachine op waterstof in de bouwsector. De 20-tons 220X-graafmachine, aangedreven door een waterstof-brandstofcel, wordt al meer dan 12 maanden grondig getest op de testlocaties van JCB. Door deze ontwikkeling is JCB het eerste bedrijf voor bouwmaterieel ter wereld dat een werkend prototype onthult van een graafmachine op waterstof, die door velen wordt beschouwd als de brandstof van de toekomst.